Opdrachtgevers van ECM

ECM bij Coöperatie
Zuid-West Nederland

Liever zelf ontdekken hoe wij te werk gaan?

Coöperatie ZWN naar een toekomstbestendig bestuursmodel

ZWN is een coöperatief samenwerkingsverband van 9 reformatorische scholen. De scholen zijn gelegen in Zeeland, Zuid-Holland en in Noord-Brabant. Binnen de coöperatie werken de scholen bestuurlijk intensief samen, hoewel elke school zelfstandig via een eigen stichting of vereniging blijft bestaan. De coöperatieve vorm waarborgt aan de ene kant zicht op externe ontwikkelingen, deelname aan het brede (onderwijs)debat en professionaliteit van bestuur. Aan de andere kant waarborgt zij ook de eigenheid van de school, met name op onderwijskundig gebied en de betrokkenheid van de toezichthouder op de eigen school.

De uitdaging


Er waren een aantal interne en externe ontwikkelingen die (het bestuursmodel van) de Coöperatie raakten. De betekenis en de rol van de Coöperatie neemt steeds meer toe in het onderwijsveld. De Coöperatie is succesvol, gewaardeerd en de samenwerking in het bestuursmodel goed.


Het was niet urgent, maar wel belangrijk om te onderzoeken of het bestuursmodel toekomstbestendig was Kortom, spreekwoordelijk gezegd: ‘het dak te repareren, als het droog is’. Gaandeweg het onderzoeksproces kwam daarbij de interesse van scholen in de regio, om ook lid te worden van de coöperatie. Dat gaf een nieuwe dimensie aan het onderzoek. En met name, de voorwaarden waar de oplossing aan moest voldoen. Eppie en Marien Klein hebben een organisatieonderzoek uitgevoerd. Belangrijk was om de huidige manier van werken en besturen tegen het licht te houden. Wat zijn de sterkten, zwakten en bedreigingen van het huidige bestuursmodel?

​​​​​​​Alle gremia binnen de coöperatie, van lokaal toezichthoudend bestuur tot MT nam deel aan ‘ronde tafel gesprekken’ en interviews. Op basis van de bevindingen is een bestuursmodel voorgesteld en is een advies met scenario’s uitgewerkt. Nadat overeenstemming over het gewenste bestuursmodel werd bereikt, zijn rolprofielen (taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden) beschreven voor de invulling van met model. De rol van het College van Bestuur, het MT van de Coöperatie en de nieuw te vormen Raad van Toezicht werden zo geformaliseerd. De laatste fase in het adviesproject, betrof de implementatie en het vormen van een strategisch plan. Het strategisch plan (of perspectief) is opgesteld en vormgegeven door ECM dialoog. Nadat in een aantal MT-sessies de nodige input is opgehaald, is de opdracht aan het College van Bestuur geformuleerd in het perspectief. De beginselen van de coöperatie stonden daar steeds centraal: decentraal wat kan, centraal wat moet.

De resultaten


Het adviesproject heeft geresulteerd in een nieuw bestuursmodel, waarin een organieke scheiding van bestuur en toezicht is gerealiseerd. Het bovenschools bestuur is vorm gegeven in een College van Bestuur en het toezicht in een nieuw gevormde Raad van Toezicht. De rol van het MT van de Coöperatie (bestaande uit de schoolleiders) is geformaliseerd. Het bestuursmodel resulteert ook in toekomstbestendigheid als het gaat om het aantal aangesloten scholen. Verder is een strategisch perspectief opgesteld en vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering. Het geeft richting en daarmee is de opdracht aan het bestuur van de coöperatie duidelijk.

‘Het invoelingsvermogen gaf veel meerwaarde: juist de kritische reflecterende vragen brachten ons verder’


Na de formalisatie in de ALV, was het tijd om terug te blikken op het (intensieve) proces. Jan-Willem de Leeuw, bestuurder van de Coöperatie blikt terug: “De waarde van een externe partij blijkt gaandeweg een proces. Met name het gevoel voor de organisatie, de cultuur en de ‘gebruiken’, maken daarin het onderscheid. In het bijzonder onderwijs is de ontstaansgeschiedenis en het bestaansrecht vaak gevormd door de lokale eigenheid”.

​​​​​​​ Hij vervolgt: “Het invoelingsvermogen van Eppie en Marien gaf veel meerwaarde. Juist de kritische reflecterende vragen brachten ons verder. En ik vind het bijzonder om te zien, hoe na een jaar samen optrekken, met relatief weinig input een strategisch perspectief werd gevormd waar wij ons volledig in herkenden.” Natuurlijk is er ook ruimte voor reflectie en feedback: “Het proces verliep heel organisch. De processtappen lieten zich soms leiden door de inhoud, maar er is begrijpelijkerwijs geen blauwdruk voor projecten als dit, met zoveel belangen en betrokkenen.” Ten slotte: “We hebben als coöperatie een stap vooruit gezet. Als ik de dagelijkse praktijk ervaar, voordat we begonnen en hoe het nu loopt, geeft het bestuur en de coöperatie meerwaarde voor de scholen en daarmee het onderwijs aan het kind.” Met een voorzichtige vooruitblik, verwacht De Leeuw dat schaalvergroting in het onderwijs vaker een kritische reflectie op scholen en samenwerkingsverbanden nodig is: “Het spiegelen, de sensitiviteit en het gezamenlijk urgentiebesef, maakt bureaus als ECM dialoog tot een meerwaarde!”

Ook hier kan een call-to-action voor bezoekers komen